Nee, het runnen van een popzaal gaat niet van een leien dakje. Toen Maastricht nog een levendige popscene kende viel er achteraf gezien best een hoop moois te beleven in de mooiste stad van Limburg. Als de band kwam opdagen tenminste. Akkefietjes die je je nu niet meer kunt voorstellen bij het organiseren van concerten. Kampend met tegenslagen (inbraak, kluis opengebroken) probeert in 2011 De Muziekgieterij het hoofd boven water te houden, door ondanks alles onbekende bandjes voor fijnproevers te contracteren.

Maastricht is intussen drukdoende om in 2018 Culturele Hoofdstad te worden en niet met het binnenhalen van een middelgrote popzaal. In een uitzending van L1 klaagde Jan Smeets van Pinkpop onlangs nog maar eens hardop over het ontbreken van een  poppodium in de Limburgse hoofdstad. Voor een beetje rockconcert moeten liefhebbers uit Maastricht afreizen naar Heerlen, waar in De Nieuwe Nor en Parkstad Limburg Theaters al aardig wat bands van internationale faam optraden.

En het begon toch zo mooi in het Maastricht van de jaren zeventig, toen een zaaltje nog sociëteit werd genoemd. Berchmans bijvoorbeeld, waar de latere Pinkpopbaas de kneepjes van programmeursvak leerde en ‘disc-jochies’ Hubert van Hoof en Felix Meurders hun eerste plaatjes draaiden. Het gesodeju begon al snel. Uit de notulen van 24 augustus 1969: “De Engelse popgroep Yes kwam veel te laat”. Een paar maanden later: “Taxfree kwam zonder audiovisuele sjoo”. En uit een notitie van 5 april 1970: “Chicken Shack kwam veel te laat en moest op een andere installatie spelen”. Vertikten sommige bands uit het hoge noorden af te reizen naar Maastricht, zoals de symfonische rockgroep Ekseption, de bluesrockers van Taste met de legendarische gitarist Rory Gallagher kwamen gewoon hun contract na en speelden naar verluidt het dak eraf.

Bij Kombi was het een komen en gaan van bandjes van obscuur allooi. Van de gotische punkers Virgin Prunes tot het Amerikaanse fiREHOSE; een culttrio dat een gedreven optreden gaf, uitgezonden door de VPRO-radio. Schrijver dezes was trouwens een van de aanwezigen (was het niet de Platte Zaol waar hij ook het zompige Beasts Of Bourbon overleefde met op twee meter afstand zanger Tex Perkins in ernstig bezweet rucheshemd?) Evenals Berchmans was ook club Kombi geen lang leven beschoren. Enkele vrijwilligers namen het stokje over onder de naam Basement 5, maar een poppodium met een langdurige vaste locatie is er lange tijd nooit meer geweest.

Die hoop was eind jaren negentig gevestigd op miljonair Lei Wehrens. Hij probeerde het in een voormalige kerk langs de oevers van de Maas. Na dalende omzetten werd Night Live echter van poptempel getransformeerd tot uitgaansclub met dance en dj’s. Niet dat het veel heeft geholpen. In 2006 werd Night Live failliet verklaard. Dat zal vast niet gebeuren met Landbouwbelang aan de Biesenwal. Wat ooit een graanpakhuis was is in 2011 een bruisend kraakpand annex culturele vrijhaven voor undergroundmuziek.

De beslommeringen van de Maastrichtse poppodia beslaan maar een klein deel van een tentoonstelling waarin de popgeschiedenis van de Maasstad gecategoriseerd wordt met posters, foto’s, films en knipsels. Het overzicht geeft min of meer een aardige indruk van popstad Maastricht. Min of meer want de pop expo kent een hoog ouwejongenskrentenbroodgehalte. Kritiek over het gebrek aan popbeleid bij de gemeente zul je er niet aantreffen.

Evenredig aan de korte duur van de poppodia verliepen ook de carrières van veel Maastrichtse muzikanten. De beroemdheid reikte vaak niet verder dan provinciale allure. De sophisticated rock van Partner, punkband Mort Subite, Pearls For Swains met elektrodance, De Sufgerukte Wallies natuurlijk en van recenter datum The Mad Trist. De getoonde plaathoezen van deze en andere bands zijn afkomstig uit bruikleen van privéverzamelingen. Van de bekendste zanger die Maastricht ooit voortbracht staat slechts een lp hoes in de vitrine: van Benny Neijman, de veel te vroeg overleden zanger van het intieme levenslied.

De pop expo in Centre Ceramique laat de geschiedschrijving overigens beginnen met de in Maastricht geboren Jo Olivier. Hij speelde onder de artiestennaam Joe Oliver in de jaren vijftig bij Bill Haley & his Comets. Een ander ijkpunt was Muziekhuis De Harp. Behalve de verkoop van bladmuziek, accordeons, platen en trompetmondstukken zorgde eigenaar Henk Severs voor Beatlesachtige taferelen in de Spilstraat. Hij had namelijk de eerste beroemde artiest voor Maastricht weten te strikken. Salvatore Adamo hoefde niet eens op te treden. Getuige de zwartwitfoto’s leidde het uitdelen van handtekeningen en een zoen tot genoeg hysterie bij de meadjes oet Mestreech.

Check Check One Two One Two, pop expo (Centre Céramique, Maastricht, t/m 28 augustus 2011)